Laatst geüpdatet: 16 augustus 2018 door Björn
Het is zaterdagochtend. Vrolijk stap ik rond een uurtje of 11 uit bed. Zo… Heb ík daar even heerlijk uitgeslapen. Eigenlijk voel ik me ook een beetje slaperig. Vlot grabbel ik mijn sportkleding bij elkaar. Het fel rode shirtje met de Muskathlon tekst en het zwarte broekje met blauwe strepen. Zoals ik altijd doe met hardlopen in de ochtend, stap ik het liefst de deur uit zonder enig ontbijt. Nou ja, “in de ochtend”, zul je misschien denken? Sommige zullen nu eerder denken, “goedemiddag, Björn”, het is namelijk al 11 uur geweest. Mijn lichaam voelt nog niet helemaal gereed om aan de hardlooptocht te beginnen. Van binnen voel ik me grumpy (brommerig) worden. Ik begin te twijfelen of ik wel zo gaan. Misschien een kortere afstand rennen deze keer?
Die twijfel houdt alleen niet lang aan wanneer mijn voorbereiding van start gaat. Ik denk na over hoe ik vorige week alweer 14 km heb hardgelopen. Wat zal ik deze week gaan doen? Over twee maanden zit ik al in Jordanië. Bovendien heb ik met mijn omgeving en zelfs met de internist van het ziekenhuis al vaak gesproken dat ik alvast de 21 km in Nederland wil gaan uitproberen. Helaas, die stap had ik nog niet gezet. De klokt tikt rustig door. Ik kijk even op mijn weerstation op mijn bureau. Als ik ga rennen, dan zou het ook nog wel eens flink warm kunnen zijn; het is namelijk al 21 graden Celsius. Ik begin aan mijn rekoefeningen. Hoewel echt warm? Het is minder warm dan vorige week, toen gaf het weerstation maar liefst 29 graden Celsius aan toen ik terugkwam na het hardlopen. Ach, misschien is het eigenlijk ook wel een goede training voor Jordanië; daar is het namelijk ook warm. Ik rond mijn work-out met rekoefeningen af. Het is tijd om mijn hardlooprugzak te gaan vullen. Wat zal ik eigenlijk meenemen? Zal ik mijn langste afstand proberen te verbreken? Of ga ik mijn eerste halve marathon proberen te rennen? Ik vul mijn rugzak met sleutels, twee sportgels, een reep dextro en een gevulde bidon. Mijn besluit voor het rennen van een lange afstand is daarmee eigenlijk al genomen.
Bloedsuiker is op orde. Check. 0.20 eenheden insuline injecteren. Check. Een glas limonade en nog één glas met water. Check. Ik loop naar buiten en zet mijn horloge aan zodat het GPS gaat zoeken. Zodra mijn GPS is gevonden, begin ik met hardlopen. Ah! GPS gevonden. Én start… 1km… 2km… 3km… Tijdens het hardlopen probeer ik te bidden voor mensen om mij heen, voor de vervolgde christenen en voor kinderen in armoede. Gedisciplineerd nuttig ik elke 5 km een flinke teug water. 5 km… De natuur is prachtig hier. 10km… Rond de 14 km, ontvang ik een vriendelijke groet en een vriendelijke knipoog van een man, die naast zijn vrouw fietst. Ze zien mij ploeteren en ergens is het een mooi gezicht. Nu weet ik het zeker, ik ga voor de 21 km gaan. Ik nuttig daar de sportgel met ongeveer 25 gr koolhydraten, die ik mijzelf had belooft bij 14 km. En niet te vergeten: 0.20 eenheden insuline erbij en een paar slokken water. 15km… Oef, wat een zware meters zijn dit. 20km… Mijn tocht eindigt bij de atletiekbaan van de universiteit. Het laatste rondje op de atletiekbaan begint. Links van mijn loopt een hardloper met een frisse pas alsof hij net is begonnen. Zijn snelheid van rond de 12 km/u is goed; ik loop zelfs nog even met hem mee. Het moment is daar, ik zie 21 km op de stopwatch staan. Snel maak ik mijn laatste rondje af. Ik eindig bij de afstand van 21.12 km, een mooi getal vond ik zelf. Een getal dat me doet denken aan de datum, D.V., van mijn promotie (21-12-2018). En daar doorkruis ik dan een denkbeeldige finishlijn, terwijl ik enthousiast dingen roep als “Yes!”, “Woow!” en “Prijs God!” met bijbehorende armbewegingen, die jij je vast wel kunt voorstellen. Ik registreer een snelheid van ongeveer 10 km/u voor een periode van 2 uur 7 minuten en 24 seconden. Ik ga snel naar huis, want inmiddels is het half twee en ik heb nog geen ontbijt gehad. Dankbaar voel ik me. Het is een gift van God, een prachtige mijlpaal. Eer aan God.
“Jesus said to them, “Come and have breakfast.” None of the disciples dared ask him, “Who are you?” They knew it was the Lord.” ~ Johannes 21:12 (NIV)
Laatst kwam ik dan deze tekst weer eens tegen en zag hoe goed het bij het slot van deze blog paste. De context van die tekst sprak mij eerder al erg aan (zie blog). Nu sprong (uiteraard) vers 21:12 eruit toen ik het las. Ik zie naar Hem uit.
Laatst geüpdatet: 16 augustus 2018 door Björn
Een gewone zaterdag
Het is zaterdagochtend. Vrolijk stap ik rond een uurtje of 11 uit bed. Zo… Heb ík daar even heerlijk uitgeslapen. Eigenlijk voel ik me ook een beetje slaperig. Vlot grabbel ik mijn sportkleding bij elkaar. Het fel rode shirtje met de Muskathlon tekst en het zwarte broekje met blauwe strepen. Zoals ik altijd doe met hardlopen in de ochtend, stap ik het liefst de deur uit zonder enig ontbijt. Nou ja, “in de ochtend”, zul je misschien denken? Sommige zullen nu eerder denken, “goedemiddag, Björn”, het is namelijk al 11 uur geweest. Mijn lichaam voelt nog niet helemaal gereed om aan de hardlooptocht te beginnen. Van binnen voel ik me grumpy (brommerig) worden. Ik begin te twijfelen of ik wel zo gaan. Misschien een kortere afstand rennen deze keer?
Die twijfel houdt alleen niet lang aan wanneer mijn voorbereiding van start gaat. Ik denk na over hoe ik vorige week alweer 14 km heb hardgelopen. Wat zal ik deze week gaan doen? Over twee maanden zit ik al in Jordanië. Bovendien heb ik met mijn omgeving en zelfs met de internist van het ziekenhuis al vaak gesproken dat ik alvast de 21 km in Nederland wil gaan uitproberen. Helaas, die stap had ik nog niet gezet. De klokt tikt rustig door. Ik kijk even op mijn weerstation op mijn bureau. Als ik ga rennen, dan zou het ook nog wel eens flink warm kunnen zijn; het is namelijk al 21 graden Celsius. Ik begin aan mijn rekoefeningen. Hoewel echt warm? Het is minder warm dan vorige week, toen gaf het weerstation maar liefst 29 graden Celsius aan toen ik terugkwam na het hardlopen. Ach, misschien is het eigenlijk ook wel een goede training voor Jordanië; daar is het namelijk ook warm. Ik rond mijn work-out met rekoefeningen af. Het is tijd om mijn hardlooprugzak te gaan vullen. Wat zal ik eigenlijk meenemen? Zal ik mijn langste afstand proberen te verbreken? Of ga ik mijn eerste halve marathon proberen te rennen? Ik vul mijn rugzak met sleutels, twee sportgels, een reep dextro en een gevulde bidon. Mijn besluit voor het rennen van een lange afstand is daarmee eigenlijk al genomen.
Bloedsuiker is op orde. Check. 0.20 eenheden insuline injecteren. Check. Een glas limonade en nog één glas met water. Check. Ik loop naar buiten en zet mijn horloge aan zodat het GPS gaat zoeken. Zodra mijn GPS is gevonden, begin ik met hardlopen. Ah! GPS gevonden. Én start… 1km… 2km… 3km… Tijdens het hardlopen probeer ik te bidden voor mensen om mij heen, voor de vervolgde christenen en voor kinderen in armoede. Gedisciplineerd nuttig ik elke 5 km een flinke teug water. 5 km… De natuur is prachtig hier. 10km… Rond de 14 km, ontvang ik een vriendelijke groet en een vriendelijke knipoog van een man, die naast zijn vrouw fietst. Ze zien mij ploeteren en ergens is het een mooi gezicht. Nu weet ik het zeker, ik ga voor de 21 km gaan. Ik nuttig daar de sportgel met ongeveer 25 gr koolhydraten, die ik mijzelf had belooft bij 14 km. En niet te vergeten: 0.20 eenheden insuline erbij en een paar slokken water. 15km… Oef, wat een zware meters zijn dit. 20km… Mijn tocht eindigt bij de atletiekbaan van de universiteit. Het laatste rondje op de atletiekbaan begint. Links van mijn loopt een hardloper met een frisse pas alsof hij net is begonnen. Zijn snelheid van rond de 12 km/u is goed; ik loop zelfs nog even met hem mee. Het moment is daar, ik zie 21 km op de stopwatch staan. Snel maak ik mijn laatste rondje af. Ik eindig bij de afstand van 21.12 km, een mooi getal vond ik zelf. Een getal dat me doet denken aan de datum, D.V., van mijn promotie (21-12-2018). En daar doorkruis ik dan een denkbeeldige finishlijn, terwijl ik enthousiast dingen roep als “Yes!”, “Woow!” en “Prijs God!” met bijbehorende armbewegingen, die jij je vast wel kunt voorstellen. Ik registreer een snelheid van ongeveer 10 km/u voor een periode van 2 uur 7 minuten en 24 seconden. Ik ga snel naar huis, want inmiddels is het half twee en ik heb nog geen ontbijt gehad. Dankbaar voel ik me. Het is een gift van God, een prachtige mijlpaal. Eer aan God.
“Jesus said to them, “Come and have breakfast.” None of the disciples dared ask him, “Who are you?” They knew it was the Lord.” ~ Johannes 21:12 (NIV)
Laatst kwam ik dan deze tekst weer eens tegen en zag hoe goed het bij het slot van deze blog paste. De context van die tekst sprak mij eerder al erg aan (zie blog). Nu sprong (uiteraard) vers 21:12 eruit toen ik het las. Ik zie naar Hem uit.
Categorie: Blog
Links
Wil je op de hoogte blijven?
Recent Nieuws
Strava
Persoonlijke Records
Motiverende Muziek